2024-04-20_nvmt_congresdorienhein-12.jpg
23 april 2024

Nieuws vanuit de bestuurskamer. Een cruciale oproep van Zorginstituut Nederland

Het NVMT-bestuur heeft natuurlijk geen echte bestuurskamer. We spreken elkaar live, online, in de appgroep en tijdens bijvoorbeeld het congres. Maar we besturen wel en we werken aan veel meer dan dat je zo in de nieuwsbrieven meekrijgt.

Dat veel meer willen we ook met jou delen. En daar is onze nieuwsbrief een uitstekende plek voor. Daarom vanaf deze maand elke maand: Nieuws vanuit de bestuurskamer, dit keer geschreven door Marloes de Graaf. Zij is portefeuillehouder Wetenschap & Innovatie

Een cruciale oproep tijdens de decembermaand
In december ontvingen we van het Zorginstituut Nederland (ZIN) een verzoek dat om onze volle aandacht vroeg: ZIN vroeg om onze reactie op het concept-standpunt ‘Monodisciplinaire behandeling door een eerstelijns fysio- of oefentherapeut bij patiënten met lage rugklachten’. Dit concept-standpunt betrof drie indicatiegebieden en hoort bij mijn portefeuille.

Tegen de klok, hand in hand
De deadline die we kregen was strak. Maar dat weerhield ons er niet van om een weloverwogen reactie op te stellen. We zochten direct de samenwerking op met het KNGF, gezien het belang voor zowel fysiotherapeuten als manueel therapeuten. Daarnaast besloten we, vanuit de NVMT en vanwege de rol van de manueel therapeut als expert binnen het musculoskeletale domein, om drie (inhoudsdeskundige) experts te raadplegen.

Deskundige inzichten
Prof. dr. Raymond Ostelo, dr. Adri Apeldoorn en dr. Nynke Swart waren onder andere betrokken bij de richtlijn ‘lage rugpijn’. Zij hebben uitvoerig de drie indicatiegebieden van fysio- en oefentherapie gereviewd:

  1. Bij lage rugklachten met of zonder sciatica, zonder alarmsymptomen.
  2. Bij een gediagnosticeerde lumbale hernia of wervelkanaalstenose.
  3. Na een operatieve ingreep aan de lage rug.

Het resultaat was een robuust acht pagina's tellend document met feedback. Daarin stonden kanttekeningen, fundamentele bezwaren en aanvullende literatuur. De feedback was vooral gericht op de methodologie die ZIN hanteert, onder andere in de stap ‘van evidentie naar aanbeveling’. In het concept-standpunt had ZIN de gevonden evidentie één op één overgenomen als aanbeveling: zonder contextuele weging. Daarnaast was er, naar ons inzicht, onvoldoende rechtvaardiging voor de gekozen klinische grenzen.

Ontwikkelingen
We verzamelden de feedback en deelden het resultaat met het KNGF om samen te zorgen voor een uniforme reactie. De gezamenlijke inspanning resulteerde in een gecoördineerde respons naar ZIN. Recent hebben we vernomen dat ZIN voor twee van de drie indicaties (2 en 3) geen definitief standpunt zal innemen. De indicaties zijn nu opgenomen in het PAFOZ-traject, dat zich richt op het bieden van passende fysio- en oefentherapeutische zorg voor 'chronische' aandoeningen. ZIN is druk bezig met het verwerken van de input van alle betrokken partijen en streeft ernaar om voor de zomer een standpunt te formuleren.

Voor onze leden
We wilden dit proces graag met je delen om zo te laten zien wat de NVMT doet om steeds zo zorgvuldig en doordacht mogelijk te handelen, in het belang van onze leden. De uitkomst moeten we nog afwachten. We houden je op de hoogte.